Op een dag in Egypte, had farao
gezegd dat alle jongetjes die bij de Israëlieten geboren werden,
moesten worden gedood .
In die tijd was er een
Israëlitische vrouw die een zoontje kreeg. Omdat hij nog heel klein
was en heel veel sliep, wist ze hem te verbergen. Maar na drie
maanden werd dat steeds moeilijker. Het kindje ging steeds meer
geluid maken! De vrouw maakte een mandje van biezen en smeerde het
dicht met teer zodat er geen water in kon komen. Ze legde haar
zoontje erin en verborg het mandje in het hoge gras aan de oever van
de rivier. Haar dochter Mirjam bleef in de buurt om het mandje te
bewaken. Al gauw kwam de dochter van de farao naar de rivier om te
baden. Toen ze het mandje zag, keek ze erin. Dit maakte de baby aan
het huilen. Ze begreep dat een Israëlitische jongetje was en had
medelijden met hem. Mirjam kwam snel aangelopen. 'Wilt u dat ik
iemand zoek die voor het kind kan zorgen?' vroeg ze. De dochter van
de farao vond dit goed en natuurlijk ging Mirjam snel haar moeder
halen. De moeder zorgde voor haar baby tot hij oud genoeg was om in
het paleis van de farao te wonen.
Toen Mozes groot was...
Op een dag zag Mozes
hoe een Egyptische opzichter een Egyptische arbeider doodde.
Hij sloop naar de
Egyptenaar toe en doodde hem. Mozes wist dat de farao te horen zou
krijgen wat hij had gedaan en vluchtte daarom naar de woestijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten